mehr
Schnellsuche:
OK
Titel
Inhalt
Übersicht
Seite
Erste Seite
Vorige Seite
Gehe zu Seite
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17]
[18]
[19]
[20]
[21]
[22]
[23]
[24]
[25]
[26]
[27]
[28]
[29]
[30]
[31]
[32]
[33]
[34]
[35]
[36]
[37]
[38]
[39]
[40]
[41]
[42]
[43]
[44]
[45]
[46]
[47]
[48]
[49]
[50]
[51]
[52]
[53]
[54]
[55]
[56]
[57]
[58]
[59]
[60]
[61]
[62]
[63]
[64]
[65]
[66]
[67]
[68]
[69]
[70]
[71]
[72]
[73]
[74]
[75]
[76]
[77]
[78]
[79]
[80]
[81]
[82]
[83]
[84]
[85]
[86]
[87]
[88]
[89]
[90]
[91]
[92]
[93]
[94]
[95]
[96]
[97]
[98]
[99]
[100]
[101]
[102]
[103]
[104]
[105]
[106]
[107]
[108]
[109]
[110]
[111]
[112]
[113]
[114]
[115]
[116]
[117]
[118]
[119]
[120]
[121]
[122]
[123]
[124]
[125]
[126]
[127]
[128]
[129]
[130]
[131]
[132]
[133]
[134]
[135]
[136]
[137]
[138]
[139]
[140]
[141]
[142]
[143]
[144]
[145]
[146]
[147]
[148]
[149]
[150]
[151]
[152]
[153]
[154]
[155]
[156]
[157]
[158]
[159]
[160]
[161]
[162]
[163]
[164]
[165]
[166]
[167]
[168]
[169]
[170]
[171]
[172]
[173]
[174]
[175]
[176]
[177]
[178]
[179]
[180]
[181]
[182]
[183]
[184]
[185]
[186]
[187]
[188]
Nächste Seite
Letzte Seite
Van de Onderlinge Verdraagsaamheydt, Die soo wel Predicanten als gemeyne Lidt-maten,...
Deel 1
Van De Onderlinge Verdraagsaamheydt, Die De Christenen Met Malcanderen Behooren Te...
Het Elfde Capittel. Daar in de Tweede Vrage in't cort wordt bewesen.
PDF
Taurinus, Jacobus ; Doorn, Jan Evertsen:
Vorderdeckel
Titelblatt
Copie.
Den Edelen, Vermogenden, Hooch-Geleerden, Wiisen, Voor-Sienigen, Heeren, Miin Heeren De Staten S'Landts Van Utrecht, ofte Harer Ed. Mog. Gedeputeerden.
Tot Den On-Partidigen Leser.
Van De Onderlinge Verdraagsaamheydt, Die De Christenen Met Malcanderen Behooren Te Onder-Houden.
Teerste Capittel. Vervattende de In-leydinge deses Tractaats, ende den rechten Staat des Verschils, die van D. I. Trigl. niet op-rechtelijck, maar verkeerdelijcken duysterlijck is voor-ghestelt.
Het Tweede Capittel. Daar in de Eerste Propositie bewesen wordt met clare Plaatsen der H. Schrift.
Het Derde Capittel. Daar in 'tselve bewesen wordt met Exempelen uyt Godts H. Woordt.
Het Vierde Capittel. Daar in de Onderlinge Verdraagsaamheydt met vaste bundige Redenen bevestight ende bekraghtight wordt.
Het Viifde Capittel. In 'twelck de Onderlinge Verdraagsaamheydt bewesen wordt, met de Authoriteyt ende 'tGetuygenisse van verscheyden Gereformeerde Leeraars.
Het Seste Capittel. Daar in dese Onderlinge Verdraagsaamheydt bewesen wordt met de gedurige Practijcke Godts Kercke onder-houden.
Het Sevende Capittel. Daar in wordt gethoont, waar-om Triglandius van meest al de vorige dingen geen gewagh en maackt: ende wijders gesproken wordt van de Analogie des Gelooffs.
Het Achst'e Capittel. Daar in Triglandj principale Propositie, in de welcke hy seydt dat den knoop leydt, cortelijck onder-socht wordt.
Het Negende Capittel. Daarin geant woordt wordt op de Plaatsen by Triglandium uyt de H. Schrift voordt-gebraght.
Het Thiende Capittel. Daar in Triglandj Redenen benomen worden.
Het Elfde Capittel. Daar in de Tweede Vrage in't cort wordt bewesen.
Het Twaaifde Capittel. Daar in de Redenen weder-leyt worden die hier tegen werden voordt-gebraght.
Het Derthende Capittel. Vervattende een besluyt van dit Tractaat, ende een Aansprake tot D. Triglandium.
Rückdeckel
PDF
Deel 2
Wird geladen ...
Teil eines Werkes
Deel 1 ([ca. 1616])
Entstehung
t'Utrecht
[ca. 1616]
URN (Seite)
Rechtsdrehung 90°
Linksdrehung 90°
